Geschiedenis
DE HONDERJARIGE GESCHIEDENIS VAN VILLA SCHULER 1905 – 2010
Beste gasten, hallo en welkom in de „Villa Schuler“! Mogen we onszelf voorstellen: Wij zijn Alessandro en Andrea Schuler, de achterkleinkinderen van de hotelstichter. We hebben elkaar waarschijnlijk nog niet ontmoet, want we helpen maar af en toe mee in het hotel. Ik, Alessandro, studeer Internationale Communicatie aan de universiteit van Catania. Mijn broer Andrea loopt nog secundaire school in Taormina. Onze vader, Gerhard Schuler, leidt het hotel waar u verblijft en waar u hopelijk een mooie tijd beleeft!
We spendeerden een groot gedeelte van onze kindertijd in het huis waar u nu te gast bent. Als kind merkt men vaak niet of men al dan niet in een speciale omgeving opgroeit. Wij namen deze fantastische plaats als normaal, alsof het nooit anders had kunnen zijn. We beseften pas bij het volwassen worden in wat voor een uitzonderlijke omgeving we woonden. En „Villa Schuler“ heeft werkelijk een buitengewone geschiedenis. Dat u vanaf het panoramische terras, dat zo oud is als het hotel zelf, namelijk een trotse 100 jaar, het geweldige uitzicht over de Baai van Naxos, de Etna en de publieke tuinen kan bewonderen, is allesbehalve vanzelfsprekend. Oorspronkelijk zou er enkel een privé huis met tentoonstellingsruimtes voor antiek gebouwd worden, maar het is anders uitgedraaid…
Print the Brochure in PDF format
If you haven’t Acrobat Reader, click here.
Indien u wil, kan u op de volgende bladzijden meer lezen over de turbulente familiegeschiedenis van de Schulers, hoe „Villa Schuler“ twee wereldoorlogen overleefd heeft, hoe onze oma in de jaren 50 het vervallen gebouw omtoverde tot een charmant hotel en zo, op haar bescheiden manier, de basis legde voor het huidige succes van onze vader.
Het zou onmogelijk zijn over de geschiedenis van een hotel te vertellen zonder te focussen op het belangrijkste: zijn gasten. Dus komt u ook wat meer te weten over de mensen die hun vakantie hier in vergangene jaren verbrachten: het hotel bracht reeds een interessante en illustere verzameling aan bezoekers bijeen. Vele gasten waardeerden de familiaire atmosfeer van „Villa Schuler“ en kwamen steeds opniew terug.
Vandaag, onder het management van onze vader, is „Villa Schuler“ aan zijn derde generatie in familiebezit toe. Daarmee zijn we het oudste, door de eigenaar geleidde hotel in Taormina. En onze gasten komen uit alle continenten. In de afgelopen honderd jaar is „Villa Schuler“ een begrip geworden op Sicilië.
Maar leest u vooral zelf het verhaal!
Alessandro en Andrea Schuler,
Taormina, Lente 2005
In de late 19de en vroege 20ste eeuw manifesteerde zich een ware emigratiestroom vanuit Duitsland. De moedigen, avontuurlijken en simpelweg wanhopigen verlieten het land op zoek naar een beter leven. Voor sommigen was het toen „chic“ om naar het buitenland te verhuizen. Met name diegenen die in de financiële positie waren een nieuwe start te maken en daarvoor een risico wilden nemen. Vele Duitsers emigreerden naar de Verenigde Staten, maar er waren er ook die aan Italië de voorkeur gaven. Goethe´s „Italian Journey“ maakte van Italië, en in het bijzonder onze thuis Sicilië, een populaire bestemming.
Onze overgrootvader, Eugen Schuler, zoon van een doktersfamilie uit Heilbronn, was één van die emigranten. Op de leeftijd van 20 jaar verliet hij zijn Duitse woonst en reisde bijna 2000 kilometer zuidwaarts. Dat was in 1886: onmogelijk zich vandaag voor te stellen wat een lange en moeizame tocht het moet geweest zijn. Onze overgrootvader leed aan een oorinfectie die moeilijk te behandelen was. Hij hoorde dat het mediterrane klimaat toch enige verzachting van de pijn, zoniet volledige genezing, beloofde. Zo kwam hij in de havenstad Messina op Sicilië aan. Bij zijn aankomst, trof hij er een reeds levendige Duitse gemeenschap. Onder hen was ooit Konrad Duden, germanist en auteur van het beroemde Duden woordenboek. Het was in Messina dat de jonge Eugen zijn toekomstige vrouw leerde kennen.
Hij ging in de leer bij een zwitserse horlogemaker. Naast het leren van dit verfijnde handwerk, begon hij zich ook te interesseren in fotografie. In die tijd vond zijn huwelijk plaats met de duitse Anna Märklen uit Asperg. In 1892 werd zijn enige zoon, onze grootvader, geboren, die ze dezelfde naam gaven als zijn vader, Eugen.
Na het afsluiten van zijn leertijd, begon onze overgrootvader zijn eigen juwelen- en horlogewinkel en hij voelde zich beslist thuis in Sicilië. Het familieverhaal gaat dat hij na enkele jaren een nieuwe winkel wou beginnen in het zuiden en hij besliste te verhuizen naar Siracusa. Tijdens een tussenstop in het station van Taormina-Giardini kwam hij er een kennis tegen, die hem de tip gaf zijn geluk in Taormina te beproeven. Hij wist dat er een ruime winkel recent leeg kwam te staan. Overgrootvader twijfelde niet lang en wandelde recht de berg omhoog om in dit wondermooie plaatsje aan te komen, waar wij later zouden geboren worden.
Het moet hem hier onmiddellijk bevallen zijn. Hij nam in elk geval de leegstaande winkel over en begon er een zaak als antiek verdeler. Zijn winkel werd gepubliceerd in een Duitse reisgids („Meyer´s Reisebücher, Unteritalien und Sizilien“). De vorige eigenaars van de winkel, ook Duitsers, verkochten er al antiek, onder de naam „März und Nachfolger“. Het was een grote winkel met vier etalages op de benedenverdieping van het beroemde Palazzo Corvaja op de Piazza Badia. Het gebouw waar overigens het Siciliaanse parlement der nobelen had gezeteld om er in 1410 de nieuwe koning te kiezen.
Naast het uitbaten van zijn zaak, waarin zijn vrouw actief meewerkte, vond hij ook tijd om zijn hobby, fotografie, te beoefenen. Door zijn fotografie bereikte hij trouwens een hoge eer. Onze oma vertelt ook vandaag nog graag dit verhaal: Op een dag lag het jacht van de Duitse keizer Wilhelm II voor de kust van Sicilië. Er gingen geruchten aan boord over een getalenteerde Duitse fotograaf die hier woonde. Eugen Schulers´reputatie moet de keizer ter ore zijn gekomen, want hij werd ontboden om de vakantiefoto´s te ontwikkelen die van de keizerlijke familie tijdens hun bezoek aan Sicilië werden genomen en om vertalingen te maken voor Wilhelm II.
Eugen´s zaken moeten goed gelopen zijn in die tijd, want al gauw had hij de mogelijkheid om een stuk land op de lager gelegen flank van de stad, aan de Piazetta Bastione, te kopen. Hetzelfde stukje betoverende aarde, waar u nu hopelijk van een onvergetelijke vakantie geniet. Het huis dat hij hier bouwde was oorspronkelijk als woning voor zijn familie voorzien. Hij voegde echter een grote verkoopsruimte op de benedenverdieping toe waar hij al zijn schatten kon uit uitstallen. De toekomst moest hem rooskleurig zijn geleken: een jonge familie, een prachtig huis in een mooi landschap en een succesvolle en gerespecteerde zaak. Maar zijn geluk duurde niet lang. Onze overgrootvader is nooit oud geworden, hij stierf in 1905 op de leeftijd van 39 jaar.
Onze overgrootmoeder Anna stond er plots alleen voor, een jonge weduwe met een 12-jarige zoon. Er viel een schaduw over haar plannen en hoop voor de toekomst. Als weduwe met een schoolplichtig kind kon ze niet meer rondreizen voor de antiekhandel. Maar de echtgenote van onze overgrootvader was niet alleen een goede huisvrouw, ze had ook een goede neus voor zaken. Wat deed ze nu met dit grote huis op die prachtige locatie? Zonder verder omhaal veranderde ze het in een pension. En aldus begon de geschiedenis van hotel „Villa Schuler“.
Zonder twijfel had onze overgrootmoeder ingezien dat Taormina rond de eeuwwissel al een populaire bestemming voor Europeanen uit koudere regionen begon te worden. Velen onder hen bleven voor langere periodes en brachten geld in de stad. Hoewel „stad“ nog niet echt de juiste beschrijving was, want in die tijd was Taormina nog niet meer dan een klein dorp met een buitengewone geschiedenis. Maar dit begon stilaan te veranderen dankzij de buitenlandse bezoekers. Wat die ontwikkeling nog versnelde, was de aanwezigheid van een kleine gemeenschap artiesten. Eén van hen was Otto Geleng, een Duitse landschapsschilder, die naar Taormina kwam in 1868, toen hij 20 was. Opmerkzame toeristen zullen wellicht gemerkt hebben dat een van de straten in Taormina naar hem genoemd is. Een andere artiest was de fotograaf Wilhelm von Gloeden. Zijn homo-erotische foto´s en de wilde verhalen die over hem de ronde deden, maakten van Taormina een gepreksonderwerp, wat de aandacht trok van andere beroemdheden, artiesten, schrijvers, bohemiens en intellectuelen. Deze, op hun beurt, trokken als magneten de high society aan. Een aantal van hen volgde het spoor van een van de eerste grote bewonderaars van Taormina, Johann Wolfgang von Goethe.
De lijst van beroemdheden die Taormina in de loop der jaren met een bezoek vereerden is lang, maar om er enkele te noemen: Johannes Brahms, Guy de Maupassant, Oscar Wilde, Richard Wagner, Austria’s Empress Elisabeth “Sissi”, the British kings Edward VII and George V, Thomas Mann, André Gide, Jean Cocteau, D.H. Lawrence, Christian Morgenstern, Tennessee Williams, Truman Capote, Somerset Maugham, Greta Garbo, Marlene Dietrich, Joan Crawford, Rita Hayworth, Cary Grant, Sofia Loren, Elisabeth Taylor, Richard Burton and Christian Dior.
De reizigers die naar Taormina kwamen, hadden natuurlijk logies nodig en een groot aantal onder hen wilden weken of zelfs maanden blijven. Niet te verwonderen dat het pension van onze overgrootmoeder al gauw een bloeiende zaak werd. Vele van haar gasten behoorden tot de pruisische adel, want, naast de residerende prominente artiesten, waren dit de enigen die het zich konden veroorloven voor enkele maanden naar het buitenland te trekken.
Uit een reisverhaal uit 1909, getiteld „Seekers in Sicily“, kunnen we een glimp opvangen van de beginjaren van „Pension Schuler“. De auteurs, de bekende Amerikaanse schrijfsters Elizabeth Bisland en Anne Hoyt, schreven over hun eigen ervaringen hier op Sicilië. „Seekers in Sicily“ gaat over twee rijke Amerikaanse vrouwen op rondreis in een regio van Europa die nog exotisch, vreemd, en zeker vanuit Amerikaans perspectief, onderontwikkeld, leek.
In de lente van 1908 vinden de hoofdpersonages, Jane en Peripatetica, voor enkele weken onderdak in „Villa Schuler“. Met affectie en humor beschrijven ze hun indrukken en enthousiasme over de gastvrijheid van onze overgrootmoeder. Huidige gasten zullen ons hotel herkennen in vele passages uit het boek. De weelderige tuin en het karakteristieke terras bestonden toen al:
“At the bottom of the crack a high wall and a pink gateway,they were in a delicious garden, descending a pergola of roses and grapes. Violets and freesias, geraniums and heliotrope spread in a dazzle of colour and sweetness under gnarled olives and almonds and blossoming plums; stone benches, bits of old marbles, a violet-fringed pool and a terrace leading down to a square white house, a smiling young German girl inviting them in, and then a view, dazzling to even their fatigued, dulled eyes. In front a terrace, and then nothing but the sea, 700 feet below, the surf-rimmed coast line melting on and off indefinitely to the right in great soft curves of upspringing mountains (…) Fortunately the villa’s interior showed comfortable rooms, clean, airy, and spacious. But the terrace settled it. They would have slept anywhere to belong to that.”
Voor onze overgrootmoeder begon net alles vlot te verlopen in haar pension, toen de volgende ramp om de hoek loerde: Oorlog.
De Eerste Wereldoorlog brak uit en alle Duitse eigendommen in het buitenland werden in beslag genomen: zo ook de „Villa Schuler“. Onze overgrootmoeder en haar intussen 22-jarige zoon Eugen, werden gedwongen hun villa te verlaten. Overgrootmoeder ging naar Asperg en bracht daar de oorlogsjaren door. Eugen werd opgeroepen in een kazerne nabij Karlsruhe. Hij had geluk en moest niet naar het front. Een paard gaf hem zo een harde stamp tegen de knie dat deze verwonding hem spaarde van een vaderlandsdienst in de loopgraven.
Het geluk van onze opa Eugen duurde voort: in het militaire ziekenhuis leerde hij een verpleegster uit Hamburg kennen, Thea Andersen, die ermee instemde zijn vrouw te worden. Ze huwden en het duurde niet lang of een baby was op komst: in 1921 werd Heinz geboren, in Taormina!
Onze opa was namelijk met zijn vrouw en moeder naar Taormina teruggekeerd en waagde er een nieuwe start. Dat dit überhaupt mogelijk was, is te danken aan een opmerkelijke gebeurtenis: Na de Eerste Wereldoorlog zou de onteigende „Villa Schuler“ per opbod verkocht worden, maar de plaatselijke bieders staken hun koppen bij elkaar en besloten van hun bod af te zien in het voordeel van onze opa. Zijn ouders hadden duidelijk niet enkel een goede reputatie in Taormina opgebouwd, maar er ook goede vrienden gemaakt! De weg was nu vrij voor Eugen Schuler Junior om zijn ouderlijk huis terug te krijgen. Als enige bieder kocht hij het erfstuk weer terug. Als gauw deed het pension boven de zee terug goede zaken. De gasten bleven loyaal aan „Villa Schuler“ en kwamen opnieuw terug om er hun vakanties door te brengen. En misschien moeten we erbij vermelden dat de toeristen uit de jaren ´20 en ´30 een ander reisgedrag hadden dan de toeristen van nu. In die tijd arriveerden de gasten in de herfst en brachten heel de winter op het eiland door, tot Mei of Juni. Dit stelde de zaken veilig. Dit reispatroon zou pas veranderen bij de intrede van de moderne transportmiddelen, die het mogelijk maakten de bestemmingen vlugger en confortabeler te bereiken.
In April 1926 wordt een dochter, Elisa, geboren. Maar na de komst van dit nieuwe leven, volgde al snel de dood in december van datzelfde jaar: Thea, opa´s vrouw, stierf. Elisa en Heinz groeiden nu op met hun vader en grootmoeder. En het duurde niet lang of een volgende tegenslag volgde. Op de prille leeftijd van 8 jaar stierf Elisa aan een niet geconstateerde blindedarmontsteking. Pas kort daarvoor had een Duitse kunstenaar, Professor August Bresgen, haar portret geschilderd, dat sindsdien in onze ontbijtzaal hangt.
Niemand kon vermoeden dat een andere oorlog de vorige zou opvolgen. Doch, 21 jaar na de bevrijding van 1918 was het al zover: de Tweede Wereldoorlog brak uit. En nochmaals hing het bestaan van „Villa Schuler“ aan een zijden draadje. Opnieuw werd de Villa onteigend.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten de mensen helaas ondervinden dat er geen grenzen waren aan het menselijk lijden, brutaliteit en vernietiging. Als een inktvlek spreidde het Nationaal Socialisme zich over Europa uit, tot zelfs Noord Afrika. De Nationaal-Socialisten bouwden overal in Europa hoofdkwartieren, zo ook in Taormina. En wat kon er beter dienen dan een „Duits huis“ ter plaatse? Het bedrijvige leven van „Villa Schuler“ als hotel eindigde abrupt voor de tweede keer. De Villa werd onteigend en ter beschikking gesteld voor Duitse oorlogsdoeleinden. Vanaf toen moest „Villa Schuler“ dienen als trefpunt voor Duitse militairen. Toen het Duitse leger in 1943 uit de villa vertrok, na de bevrijding van Sicilië door de geallieerde troepen, nam het Britse leger er zijn intrek. Onze opa en zijn moeder vluchtten naar Bolzano, in de Alpen. Onder de indruk van de spectaculaire ligging, bouwden de Britten het hotel om tot een rusthuis voor soldaten die in Malta gestationeerd waren. Deze functieverandering bracht een aantal aanpassingen met zich mee. Opa had reeds een aantal veranderingen, met het hotelbedrijf in het achterhoofd, doorgevoerd, en had bv. In 1938 een uitbreiding laten bouwen in de richting van Piazzetta Bastione, waar hij ook een aantal balkons aan toevoegde. De Britten lieten op hun beurt de balkons afbreken omdat, zo werd gezegd, op een dag een dronken soldaat over de balustrade viel en stierf. Toen de Britten „Villa Schuler“ verlieten, moet het in een verschrikkelijke staat geweest zijn. Kabels en sanitair waren uit de muren gerukt, vele kamers totaal vernield. De woede die tijdens de oorlog was ontstaan, wreekte zich op „Villa Schuler“, want het was het huis van een Duitse familie. Dit is nu gelukkig verleden tijd. Vandaag is Mr. Robinson, de toenmalige Britse commandant, een van onze stamgasten.
De Italiaanse authoriteiten, aan wie nu de ruïnes van de „Villa Schuler“ behoorden, lieten het beheer over aan de „Banco di Sicilia“. Die liet gebombardeerde burgers en dakloze Taorminesi in de lege kamers intrekken. Dezelfde villa die eens onderdak had geboden voor de Pruissische aristocraten en andere rijke bezoekers, was nu een tijdelijke verblijfplaats voor de inwoners van Taormina die hun huis tijdens de oorlog verloren hadden. Zoals toen de plaatselijke gewoonte was, werden op de bovenste verdieping kippen gehouden en op het palm terras konijnen gekweekt. En wat deed onze opa ondertussen? Om in zijn levensonderhoud en dat van zijn moeder te voorzien, keerde hij terug uit Bolzano en vond werk als manager van het „Grande Albergo dell´Etna“, aan de zuidkant van de Etna, nabij Nicolosi. Maar het geluk lachtte hem weer toe in 1952.
De Tweede Wereldoorlog was voorbij. Opnieuw begonnen mensen te inventarisern, zich te heroriënteren, en hun huizen herop te bouwen. Opa deed hetzelfde. Hij kon en wou blijkbaar zijn ouderlijk huis niet opgeven. Het zou sowieso te laat geweest zijn om opnieuw in Duitsland, zijn vaders land van herkomst, te herbeginnen. Hij was ondertussen 61 jaar. Dus wendde hij zich tot de Italiaanse authoriteiten en bereikte een akkoord om de familie-eigendom weer over te nehmen. Deze keer kreeg hij het totaal verwoest, maar gratis terug. Zodoende kwam „Villa Schuler“ in 1953 terug in handen van zijn rechtmatige eigenaar. Het was een mijlpaal die zijn moeder helaas niet meer meemaakte. Ze was gestorven in 1949. Het moet een trieste en hopeloze situatie geweest zijn: opa woonde nu in een vernield huis, samen met zijn meid, zijn 32-jarige zoon Heinz, diens vrouw en een hoop herinneringen aan gelukkige en succesvolle tijden. Onze stiefoom gaf al vroeg te kennen dat hij geen interesse had voor het hotelbedrijf. Hij besloot electricien te worden en verhuisde later met zijn vrouw naar Messina, waar hij zich specialiseerde in het ontwerpen en opzetten van grote electriciteitsinstallaties. Voor opa was het een onmoglijke taak om het hotel uit puin herop te bouwen. In elk geval maakte hij een tijdlang geen vorderingen. In die periode, waarin opa moet belaagd geweest zijn met sombere gedachten, was de redding nabij. Hij zou ze gauw ontmoeten: onze oma Marta.
Scènewissel: Na-oorlogstijd in Duitsland. Onze oma, een amitieuze en levenslustige jonge vrouw, leefde in de Duitse Kraichgau heuvels. Op een dag besliste ze haar job op te geven en van huis weg te gaan, een opmerkelijk moedige beslissinging in een tijd waar de meeste mensen verlangden naar stabiliteit en veiligheid. Geboren in 1923, behoorde onze oma tot een generatie waar tieners hun jeugd doorbrachten in een brutaal en onmenselijk regime. Ze moest veel geduld hebben om haar studie als verpleegster te kunnen beginnen, een beroep waar ze altijd van gedroomd had. De verpleegsterstudie was hard, het werk van alledag streng en vermoeiend. De combinatie van een zware verantwoordelijkheid en diep medeleven voor haar patiënten vergde het uiterste: ze werd ziek door een maagzweer.
Herhaalde behandelingen brachten geen genezing. Het was toen dat een hoofdarts een oplossing voorstelde die haar leven zou veranderen. Later zou ze hierover zeggen dat het lot een handje geholpen had. De arts was een vriend van een rijke familie wiens dochter leed aan tuberculose en die een privé verpleegster zocht. De opdracht was op een ongewone locatie: Taormina, Sicilië. U kan zich voorstellen, in de jaren ´50 was een reis van Duitsland naar Sicilië vergelijkbaar met half de wereld rondreizen. Maar Marta, onze onverschrokken oma, ging op weg naar een voor haar totaal onbekende wereld. Eerst was ze van plan een jaar te blijven. Maar, zoals U al kan raden, liep alles anders dan gepland. Marta´s patiënt was getrouwd met de directeur van de plaatselijke electriciteitswerken, Nino Bolognari. Opa was een vriend van de Bolognari´s en een regelmatige gast bij hen thuis. Al gauw leerde hij Marta kennen. De twee huwden in 1954. Tussen hen een leeftijdsverschil van 31 jaar, vóór hen een gezamelijke toekomst in „Villa Schuler“.
Zo kan het gebeuren. Onze oma Marta veranderde haar beroep van de ene dag op de andere: gisteren verpleegster, vandaag hotel manager. Maar beide vereisten dezelfde menselijke kwaliteit: het plezier hebben in het helpen van anderen. Oma besefte nu dat dit haar levenswerk zou worden.
De Villa bevond zich in een erbarmelijke toestand. Er was maar één mogelijkheid: glimlachen en de handen uit de mouwen steken. Met de hulp van een paar locale werkmannen bouwden onze grootouders het oude gebouw beetje per beetje weer herop. Het duurde niet lang, of het hotel werd heropend, in het begin met veertien kamers. Het was een harde stiel in de jaren ´50, en vandaag ondenkbaar: In de eerste vijf jaar hadden ze geen enkel electrisch huishoudapparaat! De standaard was eerder bescheiden, maar het leek niemand te storen een kamer met „warm en koud stromend water“ te huren. Na hetgeen de mensen tijdens de oorlog hadden meegemaakt, moest het hotel van onze grootouders het paradijs op aarde geweest zijn. Dat kunnen we tenmiste opmaken uit oude gastenboeken. Alsof een jarenlange onderbreking van het hotelbedrijf de normaalste zaak van de wereld was, keerden de toeristen terug. De meesten kwamen door mond-aan-mond reclame. Sommige kinderen van bezoekers uit de jaren ´20 waren hier nu te gast. De Oostpruissische adel verkoos in die tijd incognito te reizen. Toch weten we dat hier opzienbare namen te gast waren, onder andere Von der Schulenburg, Barones Rietesel, Barones Gorup en Barones Gablens. Oma vernam uit eerste hand alle nieuwtjes over het Duitse Verzet. De weduwe van Carl Friedrich Goerdeler, de leidende figuur achter het complot om Hitler te vermoorden op 20 juli 1944, was een tijdlang hier te gast met een jonger familielid. Andere prominente bezoekers in de na-oorlogstijd waren de beroemde Duitse filosoof Theodor W. Adorno, de Oostenrijkse toneelschrijver Thomas Bernhard, de liberaalse politicus Thomas Dehler en de actrice Elke Sommer. Maar het reisgedrag van de mensen veranderde drastisch in de jaren ´50. Directe treinverbindingen tussen Duitsland en Italië maakten de reis snel en confortabel voor de normen van die tijd. Meer en meer toeristen kozen Taormina voor hun zomervakantie. De tijd dat gasten hier de hele winter doorbrachten zou nooit meer terugkomen.
Er was nog geen moderne publiciteit zoals we die nu kennen. Hotels hadden een goede naam, of niet. Dat was een van de redenen waarom opa een nauwe band onderhield met Duitse consulaten en ambassades wereldwijd. Vele van zijn gasten kwamen op aanbeveling van iemand uit de Diplomatische Dienst. Oma praat nog graag over haar persoonlijke kennissen, hoe ze elke Duitse consul in Italië kende. De gastenboeken uit die tijd bestaan nog. Ze vertegenwoordigen een uniek historisch document en zijn getuige van deze „reclame strategie“. Onder onze bezoekers waren een groot aantal Duitse regeringsbeamten, burgemeesters, rechters, consuls en senatoren. Ook de Duitse Marine komt voor in een van de boeken: „Wir haben drei Tage zu Ihren Füßen gelegen“, schreef de kapitein van het duitse trainingfregat „Brommy“ in 1961. Het schip lag voor anker in de baai met zicht op de „Villa Schuler“. De hotelbusiness bloeide opniew, dus onze grootouders beslisten het gebouw uit te breiden, de derde verdieping werd afgebroken en heropgebouwd. Oma leidde het hotel met de hulp van een Duits kindermeisje en drie bedienden. In 1954 werd onze vader Gerhard geboren en in 1957 zijn broer Claudio. Niet niks voor onze oma. Terwijl zij druk bezig was, trok opa zich stilaan terug uit het bedrijf en besteedde zijn oudere jaren aan zijn brandende passie: de Etna.
Zowel overgrootvader als grootvader zijn altijd in de ban geweest door de vulkaan. Beide begeleidden wetenschappers naar de Etna en documenteerden de veranderingen die Europa´s grootste actieve vulkaan in de loop der jaren onderging. Zelfs vandaag nog doet onze opa´s naam bij de berggidsen een belletje rinkelen. Hij maakte regelmatige wandelingen op de vulkaan en werd een erkend expert aan het Vulcanologisch Onderzoek Instituut in Catania. Gasten die een sterke interesse vertoonden in de Etna werden soms uitgenodigd hem te vergezellen op een van zijn expedities of hij gaf hen een dia-voorstelling en lezing in het hotel. Opa stierf in 1975 op 82-jarige leeftijd. Hij vond zijn laatste rustplaats hier in zijn geliefde Taormina.
De „Villa Schuler“ heeft niet alleen twee onteigeningen doorstaan; het portretteerd ook de opmerkelijke ontwikkeling van het toerisme in de 20ste en 21ste eeuw. Oma verteld ons vaak hoe ze een vriendschapsband met haar gasten ontwikkelde. Af en toe vierde ze samen met hen huwelijken en verjaardagen. Vroeger, zegt ze, hadden mensen nu eenmaal meer tijd. Er was meer ruimte voor de „personal touch“, ook met het hotelpersoneel. Anna di Camillo, een van haar kamermeisjes, heeft meer dan 30jaar bij ons gewerkt en hoort ondertussen bij de familie. De jaren ´70 kenden een opkomst van het massatoerisme. Toeristen konden tussen bestemmingen over de hele wereld kiezen. Het profiel van onze gasten veranderde en werd meer en meer internationaal. Oma leidde het hotel tot eind 1983 en gaf het toen over aan haar zonen Gerhard en Claudio. Enkele jaren later nam onze oom Claudio de vakantie-appartementen van de familie over, die gelegen zijn in de Taorminese wijk „Chiusa“. Sindsdien runt papa het hotel alleen.
Zijn talenstudies in Duitsland pasten perfect bij de eisen van onze nieuwe internationale gasten. Sinds het managment van het hotel in zijn handen ligt, is er veel veranderd. Vandaag, in ons jubileumsjaar 2005, hebben we 27 kamers en suites. Tien personeelsleden zorgen ervoor dat 24/24 alles vlot verloopt. Het gebouw werd gemoderniseerd en aanpassingen werden gemaakt om uw verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Bij alle vernieuwingen lag het papa nauw aan het hart, de traditie van „Villa Schuler“ te behouden. Wij, de jongste Schulers en het gezamelijke team, hopen dat de unieke ziel van de villa ook in de toekomst een tastbare ervaring blijft voor onze gasten. We zullen altijd verheugd zijn u in de „Villa Schuler“, met zijn rijke geschiedenis, te verwelkomen.